We werken in drietallen. Iedere deelnemer komt aan de beurt. Zet een timer om te voorkomen dat je tijd tekort komt.

Stappen per deelnemer:

• Ieder kiest een figuur uit en plaatst deze aan de rand van het veld

• Je benoemd eerst wie wat representeert (nog niet in het veld plaatsen):

• Nodig iemand uit om het vraagstuk te representeren.

• Nodig iemand uit om “dat waarmee het vraagstuk systemisch verbonden is” te representeren.

• Jij zelf representeert jezelf.

• Je plaatst nu eerst jezelf in het veld. Beweeg het figuur dat je gekozen hebt naar een positie in het veld.

• Nodig vervolgens het vraagstuk uit een positie in het veld te nemen. De deelnemer die het vraagstuk representeert plaatst het figuur in het veld.

• Richt je aandacht nu op “dat waarmee het vraagstuk systemisch verbonden is”.. Geef eerst in gedachte deze een plaats in het veld. Zonder te spreken en zonder het figuur daadwerkelijk te verplaatsen. Als je dit hebt gedaan nodig je degene die h“dat waarmee het vraagstuk systemisch verbonden is” representeert uit om het vraagstuk een plaats in het veld te geven.

• Onderzoek met elkaar het veld, ga na wat er met de verschillende aspecten gebeurd als er iets veranderd in het veld. Wat voelen representanten? Wat kunnen ze waarnemen? Stel vragen aan elkaar.

Na afronding kopieer je jouw figuur en plaats je deze aan de rand van het volgende veld.